“Ik was niet zo opvallend hoor. Ik ben zelfs een keer afwezig gemeld, terwijl ik er gewoon was.” Van iemand die over zichzelf zegt dat hij onzichtbaar was in zijn tijd op het Wolfert, werd hij tijdens onze afspraak toch nog verdacht vaak herkend. Sterker nog: hij heeft bij collega’s een onvergetelijke indruk achtergelaten. Zo zegt Richard Bernhart over mijn gast dat hij in een van de leukste klassen zat waaraan hij ooit les heeft gegeven. En als Richard dat over jou zegt, dan heb je gewonnen hoor, want als iemand veel klassen heeft gezien, is het onze meneer Bernhart. Via Freek van Leeuwen, die hem op de sportvelden nog regelmatig tegenkomt, kwam ik in contact met deze oud-leerling. En gelukkig maar. Wat een leuk gesprek was dit. Hoe gaat het nu met Punyapat Lindeijer?
Op dit moment is het bijna niet meer voor te stellen, maar Punyapat is een van de weinigen die mee heeft gemaakt dat het huidige Wolfertgebouw eigenlijk nog te groot was. De eerste drie jaar kreeg hij les in het oude gebouw waar ze aan het eind wel echt uit de voegen barstten, maar het nieuwe gebouw bleek daarentegen weer veel te ruim. “Van het knusse daar, gingen we naar het grote, toch een beetje onwennige. Het resulteerde in een soort hangen op dezelfde verdieping.” Gelukkig vond Punya (zoals hij door vrienden genoemd werd) ook daar snel zijn draai en verliet hij in 2013 het Wolfert Lyceum met een mooi havo-diploma.
Altijd al wist Punyapat dat hij mensen wilde helpen. In welke beroepsgroep was voor hem nog niet duidelijk, maar na de havo koos hij voor de opleiding financial services management. Daar kwam hij erachter dat die richting niet bij hem paste. “Ik koos ervoor omdat ik affiniteit had met economie en omdat het wel fancy klonk.” Na een jaar besluit hij te stoppen en over te stappen naar de lerarenopleiding. Daar ging het allemaal prima, maar alsnog miste Punyapat het betekenisvolle, helpende gedeelte van het werk nog een beetje. Nu grijp ik toch even in, want ik hoor u terecht denken: ‘Pardon, het onderwijs? Niet betekenisvol?’ Voor Punyapat moest het echter nóg een stapje verder en zo rolde hij via zijn stage voor de minor, in het passend en speciaal onderwijs. “Geef me maar het heftigste wat je hebt.”
Intussen heeft hij gewerkt op verschillende scholen binnen cluster 4: scholen met kinderen met ernstige gedragsproblemen en psychische problemen. Zijn dagelijkse bezigheden bestaan uit het geven van verschillende vakken, wiskunde, economie en Nederlands aan een groep leerlingen met achtergronden in criminaliteit of met diagnoses als ASS, ADD, ADHD en ODD. Punyapat zei: ‘Kom maar op,” en hij bleef. “Uitgescholden word ik elke dag. Maar dat is nooit persoonlijk. Ik zorg ervoor dat ik het goede in het kind blijf zien. In elk kind is iets goeds te vinden en daar ben ik dan ook naar op zoek. Ik ben niet zo snel onder de indruk en er zit ook een heel team omheen ter ondersteuning. Dat helpt er natuurlijk ook wel bij.”
Die hulp put hij ook uit zijn basis, waar hij tijdens zijn tijd op het Wolfert Lyceum al aan bouwde. Peilers uit het daltononderwijs gebruikt hij dagelijks, zowel in het werkveld als op de sportvelden waar hij les geeft in dienst van de officiële korfbalbond. Hij geeft aan dat je van eigen verantwoordelijkheid pakken en simpelweg fouten maken, veel sneller en effectiever leert dan dat je aan het handje meegenomen wordt en iemand jou vertelt hoe je het moet doen. “Ik houd ervan om zelf dingen uit te proberen en te kijken wat er gebeurt en stimuleer leerlingen en sporters dat ook te doen. Als ik merk dat een leerling ergens tegenaan loopt, dan ben ik er om te helpen, maar je moet niet bang zijn om iets verkeerd te doen. Je leert er altijd iets van.”
Ook geeft Punyapat nog aan dat het zo belangrijk is dat je bij het maken van keuzes altijd je gevoel moet volgen. “Hoe stom iemand het ook vindt, wat anderen er ook van denken: als jij denkt dat het de juiste manier is, ga dat dan onderzoeken. Er komt altijd wel iets moois uit.” Punyapat geeft hierbij als voorbeeld dat hij altijd al in zijn vizier had om het korfbal professioneler aan te pakken. “Ik ben daar, omdat ik het echt graag wilde, helemaal voor gegaan en ik ben er erg trots op dat ik van een hobby, een passie, ook een betaalde baan naast mijn andere werk heb kunnen maken.” En als iemand die op een doodsbedreiging zo rustig reageert met: ‘Is goed, doen we later, maar nu eerst even wiskunde doen,’ zulke adviezen geeft, denk ik dat we deze adviezen ter harte kunnen nemen.
– Maxime Hoek –