Vandaag spreek ik Lisette Crooijmans – op een bijzondere dag. Het is 7-7-2025, en haar zoon Brecht is vandaag precies zeven jaar geworden. Lisette straalt: “Hij trakteert vandaag op Oreo-spinnetjes, helemaal in het thema van de Kriebelbeestjesweek op school.” Samen met haar man Marcel heeft Lisette twee zoontjes. Rein, de jongste, wordt in november vier. De namen Brecht en Rein klinken lekker ouderwets Hollands. “We wilden korte namen met één lettergreep. Een vriendin vond Brecht iets ridderlijks hebben: krachtig en nobel. Rein paste daar mooi bij. Toevallig hebben ze ook een link met de Nederlandse literatuur.”
Lisette groeide op als enig kind in Asten (Noord-Brabant), in een warm gezin. Alleen voelde ze zich nooit – naast haar woonde een tweeling van haar leeftijd. “Zij waren als stiefzusjes,” vertelt ze. Haar jeugd speelde zich grotendeels buiten af: bomen klimmen, hutten bouwen, wild spelen. Ze brak twee keer haar arm en één keer haar been. Haar zoontjes zijn net zo: skelteren, bouwen en zelfs een eigen slakkenmuseum. “Gelukkig nog zonder gebroken ledematen”, zegt ze erbij.
Ze herinnert zich ook hoe zij en de buurmeisjes vaak in stilte lazen, met z’n drieën op de bank. “Prachtige herinneringen.” Op school was Lisette een brave, onopvallende leerling: altijd op tijd, nooit spijbelen, goede cijfers. En ze kletste graag met vriendinnen.
Talen lagen haar altijd goed. In de bovenbouw groeide haar interesse voor literatuur en cultuur. Tijdens een skireis werd ze ziek, net als een begeleidende docent Nederlands. Ze raakten aan de praat over De donkere kamer van Damokles. “Hij zei toen: ‘Jij zou ook Nederlands kunnen studeren.’” Dat moment plantte het zaadje. Ze dacht ook aan Engels, maar koos bewust voor het vak Nederlands. Niet toevallig: een nichtje had die studie ook gedaan.
Wat zou ze haar jongere zelf adviseren? “Ik ben blij met de keuzes die ik heb gemaakt. Misschien zou ik als tiener wat bewuster genieten en niet alles als vanzelfsprekend nemen.”
Op haar achttiende ging Lisette Nederlands studeren aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Ze ging meteen op kamers. Ze kwam terecht in een gezellig, gemengd studentenhuis met zes huisgenoten. Haar studie stond op een laag pitje – ze ging vaak uit en werkte twee dagen per week, bij de bakker in Asten en bij Douglas in Nijmegen en Arnhem. Toch trok ze aan het eind van haar studie een eindsprint, met als doel: werken bij een uitgeverij. Helaas kwam ze daar niet tussen. Ze besloot haar eerstegraads bevoegdheid Nederlands te halen aan de universiteit in Leiden, “om iets achter de hand te hebben”, én om samen te wonen met haar grote liefde in Rotterdam. Tijdens haar stage bij Wolfert Dalton ontdekte ze hoe leuk lesgeven was. Ze ging er meteen voor. Eerst als invaller, en daarna echt. “Ik had toen pas door dat ik mijn roeping gevonden had – zo kan het dus ook.”
En stel dat ze een andere richting had gekozen? “Dan was het vast iets met gastronomie geworden. Zo’n leuke wereld… alleen die werktijden,” lacht ze. Lisette en haar man zijn dol op uit eten gaan – en dan echt goed. “We sparen ervoor en gaan dan helemaal los, dat noemen we ‘brassen’.” Ze volgde allerlei wijncursussen en mag zichzelf inmiddels wijnkenner noemen.
Lisette leidt een druk leven als fulltime docent, mentor, MR-secretaris, DMR-lid én moeder. Gelukkig heeft ze één dag per week ouderschapsverlof. In haar vrije tijd geniet ze van uitjes met haar kinderen en vriendinnen, en van vakanties. Deze zomer gaat ze naar Zuid-Frankrijk. “Lekker veel buiten zijn, daar kijk ik echt naar uit.” Ze reisde al veel en wil, als de kinderen ouder zijn, weer verder de wereld in.
Boeken lezen doet ze nog steeds. “Natuurlijk! Al heb ik net een stom boek uit… Ik kijk uit naar Liften naar de hemel.” Boekentips haalt ze uit recensies en via collega’s. “Ik lees alleen Nederlandse literatuur, want er is al zo weinig tijd om die bij te houden voor mijn vak.”
Diep van binnen zou ze het liefst nóg meer lesgeven. “Dat is echt het aller-, allerleukste om te doen – bezig zijn met mijn vak, in de klas.”
Ze bewondert vooral leerlingen voor wie school niet vanzelf gaat. “Sommigen hebben thuis grote zorgen of persoonlijke problemen, maar ze knokken toch voor hun diploma. Ze doen méér dan van hen gevraagd wordt op deze leeftijd. Daar heb ik diep respect voor.”
Inmiddels werkt Lisette al zestien jaar op het Wolfert Lyceum, met heel veel plezier. “Ik deel meer dan kennis met mijn leerlingen. Het is echt een mooi vak. Die speciale band die je opbouwt met sommige leerlingen is zo bijzonder. Ik werk hier al zo lang; de collega’s voelen als een familie. Ik wil nog lang niet weg.”
door: Jackie van der Gaag