Cool gekleed met knalgroene sneakers (Nike X Off-White, voor de kenners) een zwarte cargo broek en zwarte rafel trui komt Sander Wiese bij me langs. “Ik vind het wel leuk, dat ik er net even anders uitzie dan standaard, deze trui bijvoorbeeld vinden leerlingen vaak wel bijzonder, al moet ik wel vaak uitleggen dat het zo hoort.” Sander is geboren/getogen in Utrecht en verhuisde naar Rotterdam voor de liefde. Hij heeft twee jongens (tweeling) van 24 jaar, waarvan de een werkt als bagageafhandelaar op Schiphol en de ander als timmerman.
Drink jij muntthee? “Ja, maar eerst een koffie thuis en op school drink ik de hele dag muntthee.” Sander is sportief, dagelijks fietst hij 7 km door het Bergse Bos door weer en wind en doet tweemaal per week aan HYROX, een mix van verschillende workouts waarbij de focus ligt op conditie. “Op mijn leeftijd (52) is niks doen geen optie, ik hou mezelf graag fit en in balans.” Sportief is hij ook op zijn mooie vakanties die hij onderneemt. Hij huurt vaak met zijn vrouw een board om te golfsurfen en is al in veel landen geweest. Hij noemt wat hotspots op: Costa Rica, Colombia, Florida en Marokko. Binnenkort doet hij meer bestemmingen aan, zo gaat hij naar Ghana (met collega’s) en naar Guatemala, maar eerst reist hij af naar de wereldstad Breda om als monnik verkleed carnaval te vieren met vrienden (een zeer belangrijk feest).
Sander is docent wiskunde op het Wolfert Lyceum en altijd was hij goed in dat vak. “Een mooi en vooral duidelijk vak”, zegt hij. Via een omweg kwam hij uit waar hij nu is, startte met de havo, toen MTS en daarna (niet afgerond) HTS werktuigbouwkunde om daarna technische bedrijfskunde te doen. Hij begint met werken en rond 2013 krijgt hij de mogelijkheid om op het Wolfert Lyceum de vierjarige deeltijdopleiding tot docent te volgen via de Hogeschool Rotterdam. “Het waren pittige jaren met weinig sociaal leven, maar met hard werken bereikte ik uiteindelijk mijn doel.” Op het Wolfert Lyceum werd hij naast docent ook mentor van een brugklas. “Ik heb eigenlijk altijd 1hv4 onder m’n hoede, ik vind het fantastisch om mentor te zijn in de brugklas.” De leerlingen zijn nog zo onbevangen, spontaan en kneedbaar. Ik ga ook altijd met veel plezier mee op het brugklaskamp.” Verder is hij lid van de DMR (deelraad MR), kortom een bezige bij.
Welk advies geef je aan je jongere ik? “Wees ambitieus en haal het beste uit jezelf! Het leren kwam mij niet aanwaaien maar ik heb altijd hard gewerkt en dat geeft veel voldoening.”
Wat vind je leuk/minder leuk in een klas? Hij zegt: ‘Ik word altijd blij als leerlingen enthousiast aan het werk zijn en hun best doen, en ik kan er niet zo goed tegen als ze hun kostbare tijd verspillen aan niets doen. “Ik probeer ze te enthousiasmeren door zelf positief te zijn en ze te belonen met complimentjes.” “Als ze mij betrappen op een fout maken bij een uitwerking op het bord, mogen ze iets uitzoeken uit de “fouten doos”. “Op deze manier probeer ik ze scherp te houden en het ook gewoon een beetje leuk te houden in de wiskundeles.”
Als je geen docent was geworden, welk beroep had je dan leuk gevonden? Direct roept hij uit: “Timmerman en dan o.a. tiny houses bouwen!” Hij legt uit dat hij in zijn tuin een tiny house heeft, als “mancave voor de jongens” en dat hij straks een B&B daarmee wil starten – naast de camping die hij heeft. Ik roep uit ‘camping, is dat niet heel erg druk naast je baan?’. Hij moet lachen en zegt dat het gaat om een soort mini-camping voor fietsers, die in de weekenden en vakanties komen.
Het interview komt tot een eind en ik bedank hem voor zijn tijd. Ik besef me achteraf dat hij me nog vertelde bij het uitnodigen voor dit interview “Prima hoor, maar ik heb niet zoveel te vertellen hoor, zo bijzonder ben ik ook weer niet…”
Door Jackie van der Gaag